Bekostiging en macro-uitgaven

In 2022 bedroegen de totale uitgaven aan de gezondheidszorg 96.028 mln (CBS). De uitgaven aan mondzorg in tandheelkundige praktijken bedroegen in dat jaar 3.355 mln. Dit komt neer op 3,5% van de totale zorguitgaven.

Een klein deel van die uitgaven aan mondzorg wordt publiek gefinancierd uit de basisverzekering. Hieronder vallen:

  • de mondzorg aan de jeugd tot 18 jaar
  • voor volwassenen de chirurgische zorg door MKA-chirurgen en de uitneembare kunstgebitten
  • de bijzondere tandheelkundige zorg (VWS).

In 2023 is volgens gegevens van Zorginstituut Nederland zo’n 924,4 mln uitgegeven aan deze publiek gefinancierde mondzorg.

De overige privaat gefinancierde mondzorg wordt deels betaald uit aanvullende verzekeringen die patiënten hiervoor hebben afgesloten. Uit gegevens van Vektis over 2024 blijkt dat 81,5% van de verzekerden een aanvullende verzekering heeft. Voor de volwassenen van 18 jaar en ouder geldt, zoals hierboven weergegeven, dat de kosten van mondzorg maar beperkt worden vergoed door de basisverzekering. Uit de genoemde gegevens van Vektis valt op te maken dat ongeveer 63% van de volwassenen zich op enigerlei manier aanvullend heeft verzekerd voor mondzorg. In een infographic in het NTVT van april 2021 staan gegevens met betrekking tot de situatie in 2020. In de samenvatting Aanvullend verzekerden staat een geactualiseerd en wat uitgebreider overzicht.